VPRO Club 3 voor 12
Dat Blue Grass Boogiemen al lang geen kleintje meer is, bewees de Utrechtse
formatie donderdag 26 februari in Club3VOOR12/Utrecht. Het vijftal, dat naast
bluegrass ook vintage country en rockabilly op het repertoire heeft staan,
zorgde in dB's met zijn korte, maar uitbundige, set voor de vrolijke noot van de
avond.
Onder de naam Hillbilly Boogiemen speelt de formatie al sinds 1990 de zalen plat
in Europa en de Verenigde Staten, maar nu pas is het debuutalbum van
bluegrass-incarnatie Blue Grass Boogiemen uitgebracht: 'Who's Afraid of the
Boogiemen?'. Volgens eigen zeggen liet het debuut zo lang op zich wachten omdat
het geen sinecure bleek in het live-geluid te evenaren op een schijfje. Maar,
het geduld wordt beloond: de - in eigen beheer uitgebrachte - cd staat als een
huis.
Voor de critici vertegenwoordigt bluegrass zo een beetje alles wat met
conservatief Verenigde Staten te maken heeft. Echter, of men nu conservatief is
of juist progressief, aan het feit dat deze door-en-door Amerikaanse muziek de
laatste tijd aan een opmerkelijke revival bezig is, ontkomt men niet. Het enorme
succes van de soundtrack van 'Oh Brother, Where Art Thou?' heeft hier
ongetwijfeld flink aan bijgedragen. En ook de grote belangstelling voor bands
als The Hackensaw Boys toont aan dat bluegrass vandaag de dag allesbehalve
uitgestorven is. En dat is begrijpelijk: live doen dergelijke formaties het
altijd goed.
Een startende motor aan het begin van de cd van Blue Grass Boogiemen is
illustratief voor wat er komen gaat: in een strak half uurtje racet de band door
maar liefst zestien nummers. Volop aanwezig zijn de vertrouwde
bluegrass-elementen als meerstemmigheid, een gehaast banjo -en opgewekt
vioolgeluid.
Het merendeel van de nummers bestaat uit covers van country grootheden als
Willie Nelson, Hank Williams en Patsy Cline, maar aan het eind van de cd staan
nog twee nummers van eigen makelij, waaronder een zeer snelle instrumental. De
jongens van Blue Grass Boogiemen zijn er met verve in geslaagd hun energieke
live geluid over te brengen op cd. Daarnaast geeft het kwintet blijk van een
uitstekende instrumentenbeheersing -met name de solo's van banjospeler Bart van
Strien zijn bij vlagen onnavolgbaar -en ook de harmonische samenzang is dik in
orde.
Tot slot, twee kleine puntjes van kritiek: de stemmen klinken af en toe wat te
nasaal en 'de Boogiemen' zijn niet zo inventief. Afgezien hiervan heeft
ondergetekende alleen maar lof voor het vakmanschap en de tomeloze energie op
dit debuut, een album waar bluegrass-minnend Utrecht zeker warm voor zal gaan
lopen.